Veilig betalen biedt banken ook kansen


Je kunt het bankiers nauwelijks kwalijk nemen als ze een beetje veranderingsmoe zijn. Meer dan tien jaar al staan ze bloot aan een stortvloed aan regelgeving. Lang niet allemaal even goed doordacht en noodzakelijk. Inmiddels zijn de buffers meer dan verdubbeld en de bonussen aan banden gelegd.

En dan luiden de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en het Sustainable Finance Lab (SFL) wederom de noodklok en bepleiten een “publieke borging van het betaalsysteem”. De afwijzende reactie van Rabobankier Wim Boonstra in Het Financieele Dagblad is dan ook wel te begrijpen.

Niettemin zal er, ook zonder WRR en SFL, de komende jaren geen rust zijn voor bankiers. Over 20 jaar zal de financiële sector onherkenbaar veranderd zijn met nieuwe verhoudingen tussen publieke en private spelers en tussen banken en fintechs.

Met de aankondiging van de Libra is de lang voorspelde entree van Big Tech in de financiële sector begonnen. In reactie hierop riepen Duitsland en Frankrijk de Europese centrale banken op hun werk te versnellen rond “publieke digitale munten”. De ECB studeert op de mogelijkheid om alle inwoners van de eurozone een bankrekening in Frankfurt te geven, net als de Bank for International Settlements (BIS). China lanceert naar verluid binnenkort digitaal centralebankgeld.

SFL bepleit al jaren enkele fundamentele ingrepen in het financieel systeem in plaats van de stortvloed aan regels en regeltjes. Deze bieden namelijk niet de gewenste stabiliteit maar belemmeren banken wel om tegemoet te komen aan de noden van de samenleving en de nieuwe technologische mogelijkheden te benutten.

De vrijheid daartoe kan de politiek de banken nu ook niet geven. Banken zijn naast marktpartij namelijk ook hoeder van grote publieke belangen. Een bank met miljoenen klanten kan en mag nog steeds niet omvallen. Met het betalingsverkeer zou het economisch leven stil komen te liggen en dreigen runs op de overige banken. Door het publieke belang van het betaalsysteem los te koppelen van de commerciële banken vermindert deze afhankelijkheid. Dan kunnen banken loskomen van hun status van, in de woorden van de premier, “semi-ambtenaar” en weer gaan ondernemen.

Er zijn verschillende manieren denkbaar waarop dit kan gebeuren. Het nu veelbesproken digitaal centralebankgeld, maar ook via bijvoorbeeld schatkistbankieren, een publieke of private ‘Postbank’ of een publiek-private ‘utility’ die de betalingsinfrastructuur verzorgt, een Bankgirocentrale 2.0. Wij adviseren de Tweede Kamer om een commissie opdracht te geven deze verschillende vormen uit te werken en daarvan de voor- en nadelen op een rij te zetten. Deze commissie moet zich buigen over netelige kwesties als: Wie houdt toezicht op betalingen via de centrale bank? En hoe verhoudt de toezichtstaak van de centrale bank op commerciële banken zich met het aanbieden van vergelijkbare diensten? 

Ondertussen kan DNB gehoor geven aan de oproep van Duitsland en Frankrijk om de kennisontwikkeling te versnellen over digitaal centralebankgeld. Wij bepleiten een gecontroleerd veldexperiment. Geef 10 duizend willekeurige huishoudens een rekening bij DNB en kijk hoe zij zich gedragen: Welke saldi houden ze aan? Hoe verschuift dat over de economische cyclus?

Om ook de systemische impact in kaart te brengen kan gebruik gemaakt worden van agent based simulatiemodellen, gekalibreerd op basis van de experimenten. Zo kunnen ook varianten van digitaal centralebankgeld worden onderzocht. Zoals varianten waarbij slechts een maximumbedrag voor betalingen op de rekening gezet kan worden, of waar een limiet is gesteld aan de instroom. Mogelijk kan daarmee het destabiliserende effect in tijden van crisis worden ondervangen, als iedereen wil vluchten naar een veilige haven.

Nederland behoort tot de meest gedigitaliseerde landen van de wereld en kent een navenant snelle terugloop van contant geld in het betalingsverkeer. Ons munt- en briefgeld is een van de laatste niet gedigitaliseerde instituties. Zoals de WRR constateerde heeft dat in een snel digitaliserende wereld onbedoeld tot gevolg gehad dat het publieke belang van betalen steeds meer in private handen is komen te liggen. Rond 1970 was er evenveel giraal- als contant geld in de economie. In 2015 was het aandeel van de commerciële banken, het girale geld, vijfmaal zo groot als het contante geld van de centrale bank.

Digitalisering vergroot zowel de noodzaak tot- als de mogelijkheden voor het borgen van het publieke belang van het betalingsverkeer. Europa moet daarbij een eigen weg vinden tussen het geweld van de grote techspelers uit de VS en China. Nederland is als digitale koploper een logische proeftuin binnen het eurogebied. Voor de Nederlandse banken biedt dit zeker ook kansen, maar dan moeten ze die wel willen zien en grijpen.

Op 20 november organiseert het Sustainable Finance Lab de bijeenkomst ‘Digitaal en Dienstbaar’ rondom het WRR-rapport ‘Geld en Schuld’. U kunt zich aanmelden via deze pagina.