We staan voor grote uitdagingen. De ene crisis (COVID-19) is nog niet bezworen, of de volgende (Ukraine) dient zich alweer aan. Overheden hebben de grootste moeite om de samenleving op koers te houden in dat woelige water. En misschien moeten we ook wat minder vertrouwen hebben in een staat die ons voor alle onheil kan behoeden.
Ik durf te stellen dat ondernemers, die ik definieer als mensen die de status quo uitdagen, niet alleen zorgen voor innovatie onder normale omstandigheden, maar ook beter in staat zijn om met onzekerheid en schokken in crisistijd om te gaan. Dan moeten ze wel toegang krijgen, hebben en houden tot de middelen die nodig zijn om te kunnen ondernemen. Ik reken daar kennis en arbeid onder, maar zeker ook financiering. En daar schiet ons financiële stelsel in zijn huidige vorm tekort.
Het was altijd al lastig voor echte ondernemers om hun activiteiten met vreemd vermogen te financieren. Als je de status quo uitdaagt, doe je iets ongewoons. Dan is er geen trackrecord, is er veel onzekerheid en heb je maar weinig zekerheden te bieden. Daarnaast ga je ook nog eens in tegen gevestigde belangen. Toen bankieren nog echt bankieren was, kon je op reputatie, een jarenlange relatie en wederzijds vertrouwen bij een kleine, lokale bank, misschien nog wel een kredietje loskrijgen. Maar die tijd is voorbij. Banken financieren op basis van geavanceerde risicomanagement modellen en expertsystemen vooral de status quo. Huizen- en vastgoedkopers, zeer vermogenden en grote bedrijven met stevige balansposities en lange trackrecords kunnen nog wel bij de bank terecht. Dat past in hun modellen. Maar kleine, jonge en innovatieve ondernemers zijn niet meer bankable. Dat is niet de schuld van de banken. Toezicht, technologie en internationale concurrentie maken het voor banken lastig om het oude relatiebankieren rendabel te houden. Maar dat wil niet zeggen dat er geen (maatschappelijke) behoefte meer aan is.
Economische vooruitgang wordt uiteindelijk gedreven door innovatie. Alleen daarom al is het belangrijk dat er in ons financiële systeem ook financiering beschikbaar is voor wat niet in de modellen past. Maar een gezond ondernemersklimaat (entrepreneurial ecosystem) is ook van belang voor een veerkrachtige, crisisbestendige economie. Echte ondernemers geven niet op bij de eerste tegenslag en zoeken naar manieren waarop het wél kan. Die houding is ook nodig in crisistijd. Als de situatie verandert, heb je dezelfde kennis, talenten en middelen nodig om daarmee om te gaan. Om dan toegang te hebben en te houden tot financiering, is essentieel.
Financiering voor ondernemers komt volgens onderzoek vooral van family, friends and fools, private equity en venture capital. Maar die bronnen zijn vooral belangrijk in de Amerikaanse context. Kredietunies sluiten wat mij betreft veel beter aan bij het bestaande landschap en de meer coöperatieve tradities in het Rijnlands model. Hoewel strikt genomen kredietunies geen risicodragend kapitaal verschaffen, volgt de manier waarop krediet wordt toegekend of juist geweigerd wel een ander algoritme dan dat van de grootbanken. Daar zit wat mij betreft de grote waarde van diversiteit in het algemeen en de toegevoegde waarde van kredietunies in het bijzonder. Door op basis van vertrouwen krediet te verstrekken en een niet-anonieme, langdurige relatie met betrokkenheid op elkaar aan te gaan, brengt de kredietunie het relatiebankieren weer een beetje terug in het stelsel. Daarmee komt er meer financiering voor innovatie in normale tijden en bouwen we aan veerkracht voor als het tegenzit. Dat is goed voor ondernemers zelf en voor de samenleving als geheel.
Dit blog verscheen eerder in de nieuwsbrief van de Kredietunie