Discussie ‘digitaal centralebankgeld’ (cbdc)


Op zondag 16 september organiseerde SFL een discussie tijdens het Alternative Finance Festival over ‘digtaal cash geld’ (ook wel: central bank digital currency, ‘cbdc’). De discussie over deze veilige rekening voor iedereen bij de centrale bank werd ingeleid door SFL-voorzitter en UvA-hoogleraar Arnoud Boot. Wouter Elsenburg (AFM) en Aerdt Houben (DNB, BIS) gaven vervolgens hun kijk op deze innovatieve geldvorm.

Arnoud Boot (SFL) trapte af dat in tijden van crisis politici het kunnen aanhouden van een veilige rekening bij de centrale bank zullen accorderen.. Daarom is nu discussie nodig over de verschillende manieren waarop dit kan gebeuren en wat daarvan de voor- en nadelen zijn. Aerdt Houben (DNB, BIS) heeft een leidende rol gehad binnen de BIS als voorzitter van de werkgroep digitaal centralebankgeld (cbdc) in het schrijven van het rapport Central Bank Digital Currencies. Houben geeft allereerst redenen waarom cbdc serieus overwogen dient te worden: 1) contant geld wordt steeds minder gebruikt in gedigitaliseerde landen en een digitale vervanger lijkt daarom zinvol 2) het biedt burgers een veilige plek binnen het financieel bestel en 3) het biedt de centrale bank een uitbreiding van het monetair instrumentarium (zoals een negatieve rente).

Daar tegenover plaatst Houben argumenten tegen de invoering van cbdc. Allereerst zou het ingaan tegen de trend van een decentralisering van het monetair stelsel. Daarnaast maakt het een bankrun makkelijker bij stress op de financiële markten en heeft dit (en de invoering van cdbc) gevolgen voor de kredietverlening door banken. Als laatste is het de vraag of het wenselijk is dat de centrale bank een grotere rol op zich gaat nemen.

Wouter Elsenburg (AFM) benadrukt het voordeel van een veilige plek om vermogen aan te houden. Dit geldt dan bv. ook voor pensioenfondsen die niet onder het Deposito Garantie Stelsel (DGS) vallen en geen rekening hebben bij de centrale bank.
Ook “verbetert het de aanwezige prikkels in het bankwezen”, zo stelt Elsenburg. “Als we cbdc invoeren kunnen we nadenken over afschaffing van DGS. Door dit stelsel krijgen banken de neiging om meer risico te nemen. Afschaffing zal banken en consumenten stimuleren beter na te denken over de aangeboden producten en misschien wel leiden tot een stabieler financieel systeem”.
Elsenburg sloot af met een oproep om een experiment op te zetten met enkele pensioenfondsen, asset managers, banken en particulieren, mét afschaffing van het DGS, om te kijken of en hoe een rekening bij de centrale bank ingezet zou worden.

Tot slot vroeg Arnoud Boot wat de mogelijke gevolgen zijn van de aanwezigheid van een veilige parkeermogelijkheid voor particulier geld, waarbij het DGS afgeschaft zou worden. Boot: “wat moet er in het bankwezen veranderen om dat op een goede manier te kunnen doen? Zij zullen zich dan anders moeten kapitaliseren, want ze krijgen geen impliciete subsidie meer”. Daarnaast stelt Boot dat “we juist wíllen dat het goedkoop ontvangen van spaargeld en het vervolgens uitlenen onder lage kapitaaleisen (zg. cross-subsidies) onder druk komen te staan. Dit past niet bij een moderne samenleving waar je toegang moet hebben en waar je geen kunstmatige concurrentievoordelen mag hebben”.