‘Had ik nu toch maar bitcoin gekocht?’ Deze gedachte zal menig Volkskrantlezer door het hoofd zijn geschoten bij de vele nieuwberichten over de koersrecords die dit ‘digitale hebbedingetje’ het afgelopen jaar brak. Ook wie de economiepagina’s overslaat ontkwam er deze week niet aan. Vanuit allerlei zonnige oorden lachte ‘bitcoinbedoeïen’ Didi Taihuttu vanaf pagina drie de lezers in het grijze Nederland toe. In 2017 verkocht hij huis en haard, investeerde al zijn geld in bitcoin en vertrok met zijn familie op wereldreis. Het heeft hem een gelukkig man gemaakt.
Afgelopen week zag ik ook een foto voorbijkomen van een bitcoin-reclame in de Londense metro: ‘If you’re seeing bitcoin in the Underground, it’s time to buy’. Een tekst die akelig veel lijkt op de oude Wall Street wijsheid dat zodra de schoenenpoetser je een aandeel aanraadt, de tijd is gekomen om deze te verkopen. Dan heeft de hype namelijk de onderkant van de piramide bereikt, meer geld zal er de markt niet meer invloeien om de prijs nog verder te laten stijgen. Tijd dus om je winst te nemen.
Want ja, helaas zijn de financiële titels waar het meest mee wordt verdiend vaak niets meer dan een veredeld piramidespel. Een spel waarbij degene die als eerste is ingestapt zich kan laten spekken door iedereen die na hem komt. De laatste, de schoenpoetsers toen, nu de mensen die met de metro naar hun werk moeten, werk dat niet vanuit huis gedaan kan worden, zullen hun geringe spaargeld zien verdampen.
Want de bitcoin heeft geen waarde. Het is een speculatieve vluchtheuvel. Een die morgen ingewisseld kan worden voor een andere. Goud bijvoorbeeld, of aandelen Tesla. Dat weet ook Didi Taihuttu. Voordat de huidige rally begon stortte, toen hij net op reis was, de koers namelijk al eens ineen. Kostte een bitcoin bijna 20 duizend dollar in 2017, een jaar later was dat nog maar 4 duizend dollar.
De huidige kracht van de bitcoin is vooral een reflectie van de zwakte van de wereldeconomie. Een economie die ook voor het coronavirus al werd gekenmerkt door achterblijvende groei en snel groeiende schulden. Een combinatie die enkel draaglijk was doordat centrale banken ongekende hoeveelheden geld het systeem inpompten en zo de rente op die schulden laag hielden. Van een gezonde economische ontwikkeling was echter geen sprake. In Zuid Europa bleef de werkloosheid hoog, overal de groei van inkomens laag, behalve bij de rijkste bovenlaag. Toenemend ongenoegen en politieke instabiliteit was het gevolg. Ondertussen doen we te weinig aan wat de komende jaren de economie steeds meer zal schaden: het opwarmende klimaat, het verlies van biodiversiteit (met een verhoogde kans op pandemieën), bodemerosie en het opraken van grondstoffen.
Dat mensen bij zulke economische vooruitzichten op zoek gaan naar een ‘veilige’ parkeerplaats voor hun geld is begrijpelijk. Veel geld en weinig renderende investeringsmogelijkheden in de economie vormen een ideale combinatie voor het blazen van financiële luchtbellen. Dat zien we dus ook volop gebeuren. Bitcoin is slechts het meest extreme voorbeeld hiervan. De hele aandelenmarkt, die het afgelopen jaar juichend nieuwe historische hoogtes bereikte terwijl de economie tot stilstand kwam, is een andere.
Om uit deze situatie te komen is het goed om terug te kijken. Hoe kwam de wereld de vorige keer uit die schuldencrisis, na de crash van de beurzen in 1929? Het waren uiteindelijk de lessen van de Britse econoom John Maynard Keynes die uitkomst boden. Want waar het voor individuele private partijen niet loont om te investeren, kan de overheid uitkomst bieden.
Na de crash van 2008 trapten overheden helaas te snel op de begrotingsrem met hier de eurocrisis tot gevolg. Het grote gevaar is dat dit ook nu weer gebeurt.
Maar niet alleen de hoeveelheid geld die de overheid uitgeeft doet ertoe. Het is ook van belang hoe dat geld wordt uitgegeven. Het simpelweg stutten van de huidige economie, de economie die al decennia leidt tot lage groei, toenemende ongelijkheid en milieubederf, biedt geen uitweg. Dat biedt wel het investeren in groene werkgelegenheid, de opleidingen die daarvoor nodig zijn en sowieso onderwijs. Dat biedt ook het verminderen van de inkomens- en vermogensongelijkheid.
Dat besef is er ondertussen ook bij de politiek. Ook CDA en D66 hebben in hun verkiezingsprogramma het doel opgenomen om de armoede de komende kabinetsperiode te halveren. Alle partijen willen de economie verduurzamen. Wie heeft de beste plannen om dat te bereiken? Daar moet het de komende maanden omgaan. Beter dan de bitcoinkoers in de gaten te houden, kan de Volkskrant lezer dat gesprek nauwlettend volgen. Dan kan deze met zijn of haar stem op 17 maart de economie verbeteren. En als dat een beetje lukt, wees dan maar blij dat je geen bitcoins hebt.