Maak financiële sector onderdeel van biodiversiteitsakkoord


Ondanks al zijn technologie is ook de moderne mens nog altijd geheel afhankelijk van een gezonde natuurlijke omgeving. Bosbranden in de VS, Amazone, Australië en Zuid-Europa en hagelbuien en overstromingen hier hebben ons daar recentelijk weer bewust van gemaakt. Het nieuwe IPCC-klimaatrapport waarschuwt dat er nog slechts “een korte en snel sluitende window of opportunity” is om de situatie nog enigszins te beheersen.

De strijd tegen klimaatverandering staat inmiddels hoog op ieders agenda. Veel minder aandacht is er voor de achteruitgang van de natuur zelf, voor de ongekend snelle afname van de biodiversiteit. Sinds het begin van de Industriële Revolutie zijn al 83% van de zoogdiersoorten en 41% van de plantensoorten verdwenen. Waar we de zogenaamde ‘planetaire grenzen’ voor klimaat naderen, zijn we die voor biodiversiteit al ver overschreden. Instortende regenwouden en mangroves zullen echter ook de klimaatdoelen onhaalbaar maken.

Dit jaar kan een wereldwijd biodiversiteitsakkoord voor de natuur doen wat het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 heeft gedaan voor klimaatverandering: een duidelijk doel stellen dat wereldwijde actie stimuleert vanuit de hele samenleving, inclusief de financiële sector.

Die sector is onmisbaar. Want het zijn de financiers die besluiten wie wel en wie niet de middelen krijgt om zijn plannen te verwezenlijken. Besluiten die heel anders uitvallen als biodiversiteit meeweegt. Daar komt bij dat de Nederlandse financiële sector een wereldspeler is als het gaat om biodiversiteit.Nederlandse pensioenfondsen behoren tot de grootste beleggers in de meest ‘gevoelige’ sectoren op het gebied van biodiversiteit: rundvlees, palmolie, pulp, rubber, soja en hout. Nederlandse banken verdienden meer dan 40% van de totale Europese bankwinsten op leningen aan bedrijven met controverses rond ontbossing.

DNB becijferde dat 36% van de bezittingen van Nederlandse financiële instellingen (zeer) sterk afhankelijk is van de natuur. De leningen aan bedrijven met de hoogste stikstof emissies, zoals de melkveehouderij, bedroegen ruim 20 miljard euro. Niet toevallig zo ongeveer het bedrag dat dit kabinet uittrekt om het probleem op te lossen.

Had de financiële sector wel oog gehad voor de al lang bekende problemen rond stikstof, dan was de rekening nooit zo hoog opgelopen. Lastige vragen van de toezichthouder hadden de banken terughoudend kunnen maken bij het financieren van weer een uitbreiding nabij een kwetsbaar natuurgebied.

Daarom is het belangrijk dat het biodiversiteitsraamwerk, waar nu over wordt onderhandeld, eist dat alle financiële stromen in lijn worden gebracht met de mondiale biodiversiteitsdoelen. Net als eerder het Parijse Klimaatakkoord heeft gedaan. Dus niet alleen ‘meer’ geld naar behoud en herstel van natuur, maar vooral ook het voorkomen van biodiversiteitsvernietigende activiteiten van de gefinancierde bedrijven. Maak rapportage hierover verplicht via de Europese regels die nu worden uitgewerkt, maar die zich vooral nog op klimaat richten.

De Nederlandse overheid kan het goede voorbeeld geven met de eigen overheidsbegroting. Verbreed het werkterrein van de huidige coalitie van meer dan zestig Ministers van Financiën die samenwerken rond klimaat naar ook biodiversiteit. Test de huidige uitgaven, zoals landbouwsubsidies, op hun impact op de biodiversiteit. Gebruik ook de publieke investeringsinstellingen die zich nu vooral op klimaat richten, zoals Invest-NL, het Groei- en Klimaatfonds en de innovatiesubsidies van RVO.

Belangrijk is ook dat toezichthouders banken, pensioenfondsen en verzekeraars aanzetten biodiversiteitsrisico’s te verkleinen. De grote centrale banken van de wereld hebben gesteld dat biodiversiteit een materieel financieel risico is, zowel voor individuele financiële instellingen als voor het systeem als geheel. Desondanks moest de ECB recent nog concluderen dat biodiversiteit voor vrijwel alle grote banken een “blinde vlek” is.

Zulke blinde vlekken mag geen toezichthouder accepteren. Ingrijpen is nodig. Verhoog de kapitaalseisen voor financiële instellingen met een grote blootstelling aan sectoren en bedrijven die een grote biodiversiteitsafhankelijkheid hebben of een grote negatieve biodiversiteitsimpact. Laat DNB en AFM kennis van biodiversiteit ook onderdeel uitmaken van de geschiktheidstesten die nu jaarlijks bijna tweeduizend financiële professionals ondergaan.

De ECB bestudeert momenteel hoe klimaatrisico’s mee te nemen bij het monetair beleid. Ook daar verdient biodiversiteit een plek. Net als bij klimaat kan de ECB biodiversiteit opnemen in de herziening van haar onderpandseisen en aankoopprogramma’s. Ook kan de ECB haar goedkope herfinanciering van banken (TLTRO) richten op natuurpositieve bankleningen.

Tot slot is het belangrijk dat ook de armste landen kunnen investeren in behoud en herstel van biodiversiteit. Nederland kan als grote kredietverlener en via haar zetels in de besturen van de Wereldbank en het IMF eraan bijdragen dat schuldhoudbaarheidsanalyses rekening houden met biodiversiteitsrisico’s en bestedingsbehoeften en dat landen in staat worden gesteld deze te financieren.

Dinsdag 8 maart heeft de Tweede Kamer de mogelijkheid om over de Europese inzet voor de biodiversiteitsonderhandelingen te spreken. Juist vanwege zijn grote financiële sector zou Nederland ervoor moeten ijveren dat deze een volwaardige plek krijgt in het akkoord.

Lees de SFL-publicatie ‘A nature-positive Dutch financial sector‘ en de Nederlandse samenvatting.