Haal voor het klimaat het draaiboek financiële crisis uit de kast


De stikstofcrisis was veel kleiner geweest als DNB de banken tijdig voorzieningen had laten treffen. Dirk Schoenmaker, Rens van Tilburg en Aaron Vermeulen betogen dat DNB de kapitaaleisen voor schadelijke activiteiten moet verhogen deze moet uitsluiten van het onderpandraamwerk. In de klimaatcrisis zijn maatregelen geoorloofd als in 2008 en in de pandemie.

Overal ter wereld staan deze zomer de kranten bol van de verhalen over de gevolgen van een snel veranderend klimaat: bosbranden, droge rivieren en overstromingen. Ook de kosten van het verlies aan biodiversiteit staan inmiddels hoog op de agenda. Zo voorspelt de Wereldbank dat het verlies van ecosysteemdiensten de wereldeconomie tegen 2030 $ 2700 mrd per jaar kan gaan kosten.

De verveelvoudiging van de gasprijs en de zich voortslepende oorlog in Oekraïne zouden de laatste twijfelaars moeten overtuigen dat de versnelling van de energietransitie er nu écht moet gaan komen. Die versnelling is natuurlijk alleen al noodzakelijk om de klimaatverandering te beperken tot 1,5 tot 2 graden. Een snelle omslag is ook nodig om de huidige snelle achteruitgang van de biodiversiteit te stoppen. Alle VN-lidstaten leggen later dit jaar de biodiversiteitsdoelen vast tot 2030. Dit moet uitmonden in een akkoord vergelijkbaar met het klimaatakkoord van Parijs, maar dan voor de natuur.

Veel financiële instellingen erkennen deze risico’s en zijn ook al bezig om hun leningen en beleggingen hierop aan te passen. Alle grote Nederlandse financiële instellingen hebben zich gecommitteerd aan de Parijse klimaatdoelen. In de studies die Deloitte en Sustainable Finance Lab dit jaar voor het Wereld Natuur Fonds (WFF) hebben uitgevoerd, staan tal van voorbeelden hoe financiële instellingen biodiversiteitsrisico’s beprijzen en daarmee terugdringen.

Toch is het allemaal nog verre van voldoende. Er zijn maar weinig grote banken, verzekeraars en pensioenfondsen die al echt op een duurzame koers zitten. Dit jaar constateerde de ECB dat geen van de grote Europese banken voldoet aan de verwachtingen die zij twee jaar geleden heeft gesteld aan het managen van klimaat- en milieurisico’s.

De stikstofcrisis die Nederland sinds deze zomer in zijn greep houdt, laat zien wat er mis kan gaan. Deze crisis had aanzienlijk kleiner kunnen zijn als de toezichthouder de banken op deze risico’s had gewezen en de banken had gedwongen hiervoor voorzieningen te treffen. Dat had uitbreiden nabij natuurgebieden voor boeren aanzienlijk duurder gemaakt. Maar hoewel De Nederlandsche Bank (DNB) in 2020 met haar studie naar de financiële risico’s van biodiversiteitsverlies internationaal vooropliep, heeft dit zich helaas nog niet vertaald in de praktijk van het toezicht.

De crises in klimaat en biodiversiteit zijn urgent: hiervoor dreigen de komende jaren onomkeerbare gevolgen. Dat betekent dat de tijd van studeren en rapporten schrijven voorbij moet zijn. Individuele financiële instellingen prijzen zichzelf nu vaak nog uit de markt als ze reële risico’s op de juiste wijze beprijzen. Als je concurrenten dat niet doen, zal je als bank immers niet snel de eerste stap zetten. Daarmee is dit een collectief actieprobleem, waar de centrale bank uitkomst moet bieden.

Als toezichthouder en monetaire beleidsmaker moet de centrale bank accepteren dat de te vermijden risico’s niet tot drie cijfers achter de komma berekend kunnen worden. Deze onzekerheid mag echter geen reden zijn om ingrijpen nog verder uit te stellen. Dan weten we namelijk zeker dat in de toekomst zowel financiële stabiliteit als prijsstabiliteit ernstig bedreigd worden.

Maar er is hoop. De centrale banken hebben al vaker laten zien dat ze bij fundamentele bedreigingen op basis van beperkte informatie snel en effectief kunnen ingrijpen. Daarbij werd gehandeld vanuit het voorzorgsprincipe. Dat was zo bij de financiële crisis van 2008 en, nog geen twee jaar geleden, bij de coronacrisis. De nu dreigende duurzaamheidscrises zijn zeker van een vergelijkbare orde.

Verhogen kapitaaleisen
Erken dat het adresseren van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies onderdeel is van het mandaat van centrale banken en toezichthouders, en pak deze dubbele crisis effectief aan. Dat kan onder meer door het verhogen van kapitaaleisen voor schadelijke economische activiteiten of het uitsluiten van dergelijke activiteiten van het onderpandraamwerk.

Gaat de financiële sector hiermee niet op de stoel zitten van de politiek? Integendeel. De sector anticipeert dan juist op de aanscherpingen van beleid die al zijn aangekondigd, zoals in de Europese Green Deal en ‘Fit-for-55’ programma’s. Hiervan weten we dat ze onmisbaar zijn om de wereldwijd gestelde klimaat- en biodiversiteitsdoelen te halen.

Toekomstige risico’s en kansen nu van een juiste prijs voorzien, dat is waar we een financiële sector voor hebben. De centrale bank is er om erop toe te zien dat de private financiële instellingen die rol goed vervullen.

Dit artikel verscheen op 13 september in het FD