ESG-deregulering: een impuls die banken duur kan komen te staan


Nu de EU de duurzaamheidswetgeving voor bedrijven wil versoepelen, dreigt een informatiegat voor de financiële sector. Jonas van Diepen en Brenda Kramer van Sustainable Finance Lab over de risico’s hiervan voor banken.

De EU is hard op weg om de duurzaamheidsregels voor bedrijven te versoepelen. In een reeks herzieningen aan de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) en de Taxonomieverordening (een ‘Omnibus’ aan wetswijzigingen) wil de Europese Commissie het bedrijfsleven administratief ontzorgen. 

Deze politieke impuls kan Europese banken duur komen te staan. Minder zicht op waardeketens en duurzaamheidsindicatoren, betekent minder zicht op risico’s en kansen van de transitie bij kredietverstrekking en hogere kosten voor de dataverzameling die nodig is voor toezichthouders. Om hun stabiliteit en bedrijfsmodel te behouden, moet de bankensector zich uitspreken zolang het ijzer nog heet is.

Van rapportageverlichting naar dataverlies

De voorgestelde wijzigingen aan de CSRD verhogen de drempels voor rapportageverplichtingen fors. Alleen bedrijven van boven de 3.000 (en in sommige voorstellen zelfs 5.000) medewerkers of boven de €450 (en in sommige voorstellen zelfs €1.500) miljoen jaaromzet zouden nog moeten rapporteren.

Daarmee verdwijnt zo’n 90% tot 99% van de bedrijven die nu onder de CSRD vallen uit beeld. Beursgenoteerde mkb-bedrijven worden zelfs geheel vrijgesteld. Het schrappen van sectorspecifieke rapportagestandaarden en informatie over waardeketens beperkt niet-financiële informatie nog verder.

De herziening van de Taxonomieverordening volgt dezelfde lijn: minder verplichtingen, minder detail. Onder de CSDDD, verliezen bedrijven ook hun zorgplicht in de toeleveringsketen. Ze hoeven voortaan enkel directe leveranciers te screenen, en alleen bij grotere bedrijven. De verplichting om bij ernstige misstanden relaties te verbreken verdwijnt, net als de civiele aansprakelijkheid voor niet-naleving.

Wat betekent dit voor banken?

Banken bouwen in toenemende mate duurzaamheidscriteria in hun kredietbeleid. Niet alleen omdat het “moet”, maar omdat het financieel noodzakelijk is. Klimaatrisico’s, reputatieschade en niet-duurzame businessmodellen kunnen rechtstreeks leiden tot verliezen. Om dit goed in te schatten, is toegang tot ESG-data van bedrijven cruciaal.

De voorstellen die op tafel liggen zullen leiden tot een groeiend informatiegat tussen wat bedrijven moeten rapporteren en wat financiers willen weten. De voorgestelde vrijwillige VSME-standaard moet dat deels opvangen. Maar, die bevat slechts een beperkte set indicatoren die weinig tot niet aansluiten op de rapportagevereisten van banken. Belangrijker nog: het is onduidelijk of banken bedrijven mogen benaderen voor data buiten de VSME, zelfs al is het noodzakelijk voor compliance of risicoanalyse.

Impact op risicobeheer én regelgeving

Banken hebben de afgelopen jaren, mede onder druk van toezichthouders, grote stappen gezet richting duurzamer risicobeheer. Denk aan klimaatstresstests en ESG-informatie in kredietbeoordeling. Toezichthouders als de ECB en EBA verwachten dat banken ESG-risico’s integreren in hun risicobeheer. De Capital Requirements Directive (CRD) verplicht dit zelfs expliciet.

Maar zonder cruciale informatie over uitstoot, mensenrechten of energieverbruik wordt het modelleren van risico’s en scenario’s vrijwel onmogelijk gemaakt. Zonder brede datatoegang bestaat de kans dat banken risico’s gaan overschatten – wat kredietverlening onnodig bemoeilijkt – of onderschatten – wat kan leiden tot financiële tegenvallers.

Daarnaast is informatie nodig om transities naar duurzame verdienmodellen te sturen. Door het informatieaanbod nu in te perken, dreigt die vooruitgang te stokken.

Wat is de prijs van minder data? 

In een tijd waarin duurzame transitie-inspanningen moeten versnellen om zo de Europese economie weerbaarder en veerkrachtiger te maken, is het riskant om de informatievoorziening af te bouwen; ESG-risico’s verdwijnen niet omdat ze minder gerapporteerd worden, ze worden alleen moeilijker in te schatten.

De bankensector moet zich afvragen: minder informatie, maar tegen welke prijs? Zijn we bereid, grip op de risico’s van een snel veranderende wereld op te geven? Of zetten we in op goede data van zoveel mogelijk bedrijven zodat risico’s en ook kansen tijdig kunnen worden geïdentificeerd?

Het is nog niet te laat om de noodzaak voor goede duurzaamheidsdata over te brengen op beleidsmakers en te voorkomen dat de informatiekloof straks te groot wordt om nog te dichten.

Deze blog verscheen op 30 juni 2025 op Banken.nl