Alleen groen monetair beleid is efficiënt en effectief


Rens van Tilburg Directeur Sustainable Finance Lab

De laatste jaren is de rol van centrale banken sterk gegroeid. De balans van de ECB groeide sinds de start van de financiële onrust in 2007 tot een omvang van nu meer dan de helft van de economie van de eurozone.

Met deze invloed van de ECB is ook discussie gekomen over hoe deze wordt aangewend. Een recente studie constateerde waar de grootste CO2-uitstoters goed zijn voor 30% van de toegevoegde waarde in de economie, deze maar liefst 60% uitmaken van de ECB-portfolio. Terwijl de Europese Unie het Parijs akkoord omarmt, verlaagt de ECB zo de kapitaalskosten van de grootste vervuilers.

ECB-president Christine Lagarde heeft aangegeven dat ook de ECB moet bijdragen aan de strijd tegen klimaatverandering. Dit is dan ook een van de thema’s van de strategische heroverweging van het monetaire beleid die nu plaatsvindt. Blijkens een recente enquête van de Financial Times verwacht de markt inmiddels dat de ECB dit jaar inderdaad haar monetair beleid zal gaan vergroenen.

Dat kan door bij de aankoop van bedrijfsobligaties wat meer van groene bedrijven te kopen, of juist wat minder van grote CO2-uitstoters, zoals professor Dirk Schoenmaker eerder voorstelde. Dat kan ook door aan huidige voorwaarden voor de goedkope herfinanciering voor banken ook groene voorwaarden te verbinden. Zo kunnen bijvoorbeeld leningen voor het verduurzamen van vastgoed extra goedkoop gemaakt worden. Dergelijke ‘groene TLTRO’s’ stelden vorig jaar Jens van ’t Klooster en ikzelf voor.    

Een dergelijke vergroening van het monetair beleid stuit op de nodige weerstand. Monetaire puristen waarschuwen voor de ‘politisering’ van de ECB (FD, ‘ECB veroorzaakt twijfel over ‘groen’ en ‘bruin’ schuldpapier’ 11 januari 2021), terwijl we die nu juist onafhankelijk van de politiek hebben gemaakt.

Er zijn echter drie redenen waarom een vergroening van het monetaire beleid wel degelijk past binnen het huidige mandaat van de ECB en de huidige verhouding tussen politiek en centrale bank.

In de eerste plaats dient de ECB haar primaire doelstelling van prijsstabiliteit te bereiken tegen minimale kosten. Dat betekent dat het geen onnodige risico’s moet lopen met haar operaties. Klimaatrisico’s, zoals het risico dat oliebedrijven lopen doordat de economie overschakelt op schone energiebronnen, wordt door de markt momenteel onvoldoende ingeprijsd. Dat hebben de ECB-collega’s van toezicht herhaaldelijk vastgesteld. Efficiënt monetair beleid neemt ook deze risico’s mee.

In de tweede plaats stelt het Europees verdrag dat de ECB ook moet bijdragen aan de doelen van de Europese Unie, zoals een goed leefmilieu, ‘zolang dat niet ten koste gaat van het primaire doel van prijsstabiliteit’. Van oudsher ging het bij dergelijke secundaire doelstellingen om werkgelegenheid en economische groei. Zaken die centrale banken kunnen stimuleren op de korte termijn, maar waarbij er wel een afruil bestaat met inflatie. Bij klimaat is die relatie er niet zoals Dirk Schoenmaker en Jens wijzelf hebben laten zien.

Sterker, en dat is de derde en laatste reden waarom vergroening juist goed bij de opdracht van de ECB past: klimaatverandering vormt op de middellange termijn een regelrechte bedreiging voor prijsstabiliteit. De 3 tot 4 graden Celsius opwarming waar we nu op afkoersen zal wereldwijd economieën ontwrichten. Het zal daarmee grote politieke instabiliteit opleveren en vluchtelingestromen op gang kunnen brengen. De geschiedenis heeft geleerd dat in dergelijke noodsituaties van financiële- en prijsstabiliteit geen sprake meer is.

Het EU-verdrag draagt de ECB op prijsstabiliteit te bewaken en noemt daar geen termijn bij. Van oudsher richten centrale bankiers zich op de prijsstabiliteit in de komende twee tot drie jaar. Klimaatverandering dwingt hen nu hun tijdshorizon te verbreden.

Kortom, het EU-verdrag geeft de ECB de opdracht om bij te dragen aan de algemene economische doelen van de Unie, zolang dat niet ten koste gaat van prijsstabiliteit. Dat hoeft zeker niet het geval te zijn. Sterker, beperking van de klimaatverandering is juist een voorwaarde voor prijsstabiliteit. Zogezegd kan de opdracht van het EU-verdrag van efficiënt en effectief monetair beleid enkel een groen monetair beleid zijn.

Dit artikel verscheen eerder in het Financieele Dagblad.