Economie gebaat bij schuldhulp aan mkb die eerlijk en duurzaam is


Dit blog verscheen op 27 mei 2021 als een opinieartikel in de Volkskrant.

De Nederlandse samenleving gaat weer open. Dat betekent nog niet dat de overheid zich weer kan terugtrekken. Bij veel burgers en ondernemers zijn de reserves uitgeput. Volgens het IMF dreigt 16 procent van het Europese midden- en klein bedrijf failliet te gaan. In de hardst geraakte sectoren betreft dat zelfs een derde van de ondernemers. 

Dat betekent niet alleen veel persoonlijk leed: ondernemers die hun droom in rook zien opgaan en medewerkers die thuis komen te zitten. Het ondermijnt ook de gezondheid van onze samenleving. Met deze ondernemingen verliezen we waardevolle netwerken en kennis. Een groot deel van onze meest creatieve doorzetters raakt ontmoedigd en verstrikt in de schuldhulpverlening. Creatieve doorzetters die juist hard nodig zijn om de samenleving weer op een duurzame wijze op gang te krijgen.

Herstel vereist daarom een snelle verlichting van de coronaschuldenlast. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid. Het coronavirus is niemands ‘schuld’. Het is in ieders belang dat we de tijdelijke tegenslag van het coronavirus niet nog jaren de ontwikkeling van de samenleving laten belemmeren.

Gelukkig lijkt dat besef doorgedrongen tot de Nederlandse politiek. Het demissionaire kabinet heeft een regeling voor bedrijfsschulden aangekondigd. De werkgevers willen een zo breed mogelijke regeling. Oud-minister van Financiën Dijsselbloem lanceerde zelfs het idee om de belastingdienst alle schulden te laten kwijtschelden. Voor zo’n generieke aanpak pleit de eenvoud en daarmee snelheid. Dat is zeker van groot belang. Maar bij zo’n grote ingreep is het belangrijk dat we ook vooruitkijken. Dat deze Nederland weerbaar en veerkrachtig maakt zodat we ook volgende crises aankunnen. Niet alleen met gezonde financiële balansen maar met de juiste ondernemers spirit en plannen. En daar wringt het.

Een volledige kwijtschelding van de belastingschulden straft juist de ondernemers die het hardst geprobeerd hebben de schuldengroei binnen de perken te houden. De ondernemers die op creatieve wijze toch nog wat geld hebben verdiend, die eigen vermogen hadden en daarop hebben ingeteerd. Zij zien hun concurrent nu beloond worden met meer steun. Bij een volgende crisis kijkt iedereen dan enkel nog naar de overheid.

Voor sommige bedrijven stond het er ook voor corona al niet best voor. Voor weer andere bedrijven is, als ze hun businessmodel niet drastisch aanpassen, geen plek meer in de wereld na corona. Dat is een wereld waarin meer thuis wordt gewerkt en waar een flinke inhaalslag gemaakt gaat worden om de Europese doelstellingen voor klimaat en de circulaire economie te behalen.

Het IMF becijferde dat bij een gerichte aanpak met zo’n 4 miljard euro 80% van de levensvatbare ondernemingen gered kan worden. Een generieke aanpak van dezelfde omvang redt maar 20% van deze ondernemingen. Daarom is de keuze voor een gerichte aanpak beter en moeten er eisen aan de hulp worden gesteld.

Hoe ziet zo een aanpak eruit? In de eerste plaats is de overheid zelf aan zet. Zet voor alle ondernemers de belastingschuld om in een langlopende, achtergestelde lening (5 tot 10 jaar) waarover geen rente wordt betaald.  Wie versneld aflost, krijgt een bonus.

Wat de overheid niet kan, is bepalen welke bedrijven toekomst hebben. Dat is aan de private financiers, de banken voorop, maar ook participatiemaatschappijen en pensioenfondsen. Zij kennen de ondernemers het best. De ‘Garantie Ondernemingsfinanciering uitbraak coronavirus’ en het uitsmeren van belastingverplichtingen over een langere tijd helpen, maar bieden nog onvoldoende toekomstperspectief.

Daarvoor zullen veel bedrijven de komende jaren flink moeten investeren in het verduurzamen van hun activiteiten. Banken en andere private financiers zijn zich inmiddels bewust van de economische kansen die de duurzaamheidstransities bieden. Het heeft geen zin om activiteiten te financieren die daar niet in passen. Een bedrijfsplan dat is gebaseerd op het dagelijks tien keer naar Brussel vliegen of geen alternatief heeft voor de uitstoot van stikstof en/of andere emissies, past niet meer.

Maar banken en private partijen kunnen niet het gehele risico van deze transitie op zich nemen. Daarom zal ook hier de overheid een deel van het risico moeten dragen voor leningen die aantoonbaar bijdragen aan de energie en circulaire transities.

Voor het maken van grote slagen in de verduurzaming is ook risicodragend kapitaal nodig waarbij de rendementseisen lager zijn en de terugverdientijd langer dan wat voor private partijen mogelijk is. Hier ligt een rol voor een publieke investeerder als InvestNL. Reken InvestNL daarom primair af op de bijdrage die het levert aan de transities, en niet op het behaalde financieel rendement.

Nederlandse banken, verzekeraars en pensioenfondsen hebben zich gecommitteerd aan het Klimaatakkoord. De hersteloperatie waar we nu voor staan, biedt een unieke mogelijkheid om de economie op een eerlijke en duurzame manier weer gezond te maken. Het is aan een nieuw kabinet om dat mogelijk te maken.

Rens van Tilburg (directeur Sustainable Finance Lab aan de Universiteit Utrecht)

Peter Blom (voormalig bestuursvoorzitter Triodos Bank)