Draai privatisering Postbank terug


Het is zover; Amazon wil ook bank worden ! Het zou vooralsnog om een eenvoudige betaalrekening gaan, maar daarvoor moeten ze natuurlijk wel een bankvergunning aanvragen.  Nog afgezien van de verwachting dat andere grote platforms zoals Google en Facebook spoedig zullen volgen, krijgt de bankensector er op voorhand een geduchte concurrent bij.

Ook op andere vlakken zijn de vooruitzichten ongunstig. De opkomst van crypto-currencies zoals de bitcoin noopt de politiek tot regulerende actie, zoals bleek uit een recente hoorzitting in de Tweede Kamer. Op de vraag of de politiek de crypto-currencies zou moeten reguleren, was het antwoord van de geconsulteerde vertegenwoordiger van Follow the Money dat dit blijkbaar niet hoeft, omdat we nu ook al een crypto-currency hebben die we niet reguleren, namelijk de euro. Die wordt ook door private partijen gecreëerd in hoeveelheden waarop de overheid vrijwel geen invloed kan uitoefenen. De kamerleden, die aldus begrepen dat de opkomst van de crypto-currencies ook de omgang met de euro ter discussie stelt, verlieten de zaal daardoor met nog meer ongemak dan waarmee ze al waren gekomen.

Een derde punt van zorg is dat we dit jaar de crisis van 2008 gaan ‘herdenken’. Daarbij wordt de toon gezet door mensen zoals Mervyn King, voormalig gouverneur van de Bank of England en Martin Wolf, hoofdcommentator van de Financial Times, die beide beweren dat er sinds de crisis vrijwel niets is veranderd.

Wat de stemming ook niet verhoogt is de bewering van Wouter Bos in zijn recente Socires voordracht dat de crisis de schuld was van iedereen: “uiteindelijk willen wij (allemaal) dat de financiële sector zich misdraagt; wij vragen immers om een hoog rendement en wat dat met zich meebrengt weten we nu; hogere risico’s “.  De vele Nederlanders die geen veeleisende pensioentrekker of speculant zijn zullen zich daar niet in herkennen. Zij, en hun bijbehorende politici, zullen niet langer bereid zijn om de hoge risico’s te dragen  van de hoge rendementen die niet aan hen, maar vooral aan speculanten ten goede komen.

De meest eenvoudige en effectieve manier om die risico’s te ontkoppelen is de terugkeer van de ‘blauwe (Postbank) leeuw’ die in de privatiseringen van de jaren ’90 was omgekomen. Dat komt neer op het weer in leven roepen van een publieke, door de overheid gegarandeerde betaalrekening, die door de gereorganiseerde Belastingdienst kan worden georganiseerd en die eenvoudig kan worden gekoppeld aan het BurgerServiceNummer. Er is dan geen reden meer om bij de volgende crisis tientallen miljarden belastinggeld te betalen voor een ‘systeembank’ die nog 1 € waard is. Risico’s kunnen dan niet langer zoekraken en banken kunnen gewoon failliet gaan, net als andere marktpartijen. Toen V&D failliet ging werd dat zeer terecht van alle kanten betreurd. V&D was weliswaar een nationale icoon, maar geen ‘systeem-warenhuis’ en werd dus niet door de overheid gered. Aan ‘systeembanken’ is even weinig behoefte als aan systeem-warenhuizen.

Net zoals makelaars opereren op de huizenmarkt, kunnen banken makelaars op de financiële markten zijn en daarmee een belangrijke maatschappelijke functie vervullen. Hun grote toegevoegde waarde is kennis van de risico’s van uiteenlopende maatschappelijke activiteiten. Ze kunnen dan hun eigen gang gaan en bijvoorbeeld zelf uitmaken wat ze verdienen; de politiek hoeft daar niet meer over te vergaderen. De eerder genoemde Martin Wolf van de Financial Times kan dan niet meer beweren dat bankemployees de duurst betaalde ambtenaren zijn. Tegelijkertijd kan het toezicht van DNB en AFM weer een haalbare kaart worden. In de huidige publiek-private verstrengeling wordt het bankbedrijf zo ingewikkeld  dat toezicht een ‘mission impossible’ is geworden.

De meest effectieve toezichthouder is de markt. Dat was in ieder geval de overheersende gedachte bij de privatiseringen van de jaren ’90. In de visie van de toenmalige minister Brinkhorst is infrastructuur een publieke functie en kunnen productieve activiteiten privaat worden uitgevoerd; de rails zijn publiek en de treinen zijn privaat. Maar in het financiële bestel is dat uitgangspunt niet consequent doorgevoerd. De toen goed functionerende betalingsinfrastructuur (van de blauwe Postbank leeuw) had een publieke verantwoordelijkheid moeten blijven en de banken hadden geprivatiseerd moeten worden. Deze ernstige weeffout is ons in 2008 zeer duur komen te staan. De komende ‘tien jaar later’ discussies zouden kunnen worden benut om deze fout alsnog ongedaan te maken. Het zou de geloofwaardigheid van de overheid vergroten en de toekomst van de bankensector minder onzeker maken.