De herziening van de Europese begrotingsregels dreigt onder Duitse druk uit te lopen op een flop. Klimaatverandering moet veel zwaarder meewegen in nationaal en Europees begrotingsbeleid, schrijven Sara Murawski en Mark Sanders.
Ruim twee jaar onderhandelen de lidstaten van de EU nu over de herziening van de Europese begrotingsregels. Al langer was er veel kritiek op deze regels, die te weinig rekening hielden met de specifieke situatie van elk land en volgens velen te strikt waren. Nieuwe en beter te handhaven regels zouden voldoende ruimte moeten laten voor investeringen en vergroening van de Europese economie. Het startschot van de Europese Commissie was hoopvol, met voorstellen voor afspraken over de afbouw van staatsschulden en overheidsbegrotingen per land in plaats van generieke regels. Zo zou het ‘nationale eigenaarschap’ groeien, en daarmee de kans op daadwerkelijke naleving van afspraken.
De Commissie stelde ook voor dat landen hun staatsschulden op een geloofwaardige manier, over langere termijn terug moeten kunnen brengen, na uitvoering van nationale investeringsplannen. Gaandeweg bleek echter dat de ‘vrekkige’ landen (waar Nederland eerder terecht afstand van had genomen) daar niet mee akkoord zouden gaan. Onder druk van met name Duitsland maar ook met steun van Nederland moeten landen met hoge schulden (boven de norm van 60 procent van het bruto binnenlands product) zich nu alsnog jaarlijks inspannen om hun schulden af te bouwen en moeten alle lidstaten hun tekorten voldoende terugbrengen om onder de 3 procent-begrotingsnorm te blijven. Ook tijdens de laatste onderhandelingsronde vorige week lag Duitsland dwars tegenover de Franse inzet om voldoende investeringsruimte voor landen te waarborgen.
Duitse zuinigheid
De gedachte daarachter is dat dit ‘houdbare schulden’ garandeert. Maar de Duitse zuinigheid verhoudt zich slecht tot de huidige duurzaamheidsuitdagingen en is geënt op een eenzijdig beeld van schulden. Meerdere studies hebben inmiddels aangetoond dat de doelen van de Europese Green Deal niet behaald kunnen worden als alle lidstaten tegelijkertijd aan deze begrotingsregels moeten voldoen. Nu investeren in de energietransitie zal hogere kosten in de toekomst besparen. Door nu (anderen te dwingen) zuinig te zijn, creëren we dus grotere problemen voor de toekomst. Het voorgestelde raamwerk om schulden te meten en normeren is nog onvoldoende doordrongen van het effect van klimaatverandering op de begroting, zoals de Raad van State bij de laatste Miljoenennota betoogde.
Het is verbazingwekkend dat Duitsland en Nederland de groene olifant in de kamer lijken te negeren: klimaatverandering is een grensoverschrijdend probleem dat in Europees verband moet worden aangepakt. Hoe logisch is het als we de nodige zonnepanelen wel in het zuinige Duitsland kunnen leggen, maar niet in het zonnige Griekenland? Natuurlijk moeten we in heel Europa verstandig begroten. Maar begrotingsregels moeten dienstbaar zijn aan onze gezamenlijke doelen in plaats van deze te belemmeren.
DNB-president Klaas Knot onderstreepte deze noodzaak tijdens een recente toespraak. Daarin uitte hij zijn zorgen over het uiteenlopen van de landen in de eurozone en pleitte hij voor investeringen in Europese publieke goederen, zoals klimaat en energie, gefinancierd met gemeenschappelijke schulden (eurobonds). Zijn zorgen sluiten aan bij de afspraken gemaakt in het Verdrag van Maastricht, waarin landen zich committeerden aan het verhogen van de levensstandaard voor álle Europeanen en het naar elkaar toe laten groeien van alle economieën op duurzame wijze.
Ruimte voor investeringen
Waar Knot zich beperkt tot met gezamenlijke schuld gefinancierde Europese programma’s, zijn wij van mening dat ook de lidstaten binnen hun nationale begrotingen meer ruimte moeten krijgen voor noodzakelijke investeringen. Geloofwaardige, flexibele en landspecifieke begrotingsregels die voldoende ruimte laten voor investeringen in gedeelde doelen zoals de Green Deal passen bij de uitdagingen waar Europa en de lidstaten voor staan. De route van gezamenlijke schulden voor gezamenlijke projecten is belangrijk. Maar het is vooral aan de lidstaten om te zorgen dat de transities ook voor alle Europeanen te dragen zijn. Geef ze daarom de begrotingsruimte die ze nodig hebben.
Daarnaast moet de impact van klimaatverandering veel zwaarder meewegen in het vormgeven van toekomstbestendig begrotingsbeleid, op nationaal en Europees niveau. De Tweede Kamer heeft dit inmiddels begrepen en nam hier recent een motie over aan. Het zou Nederland sieren als het deze motie serieus neemt en in beleid vertaalt, ook in Brussel.
Dit artikel verscheen eerder in NRC.