Deze week bespreekt de Tweede Kamer wat wel eens een van de meest ingrijpende financiële innovaties van onze generatie kan worden: de digitale euro. De rol van de staat in het betalingsverkeer is de afgelopen decennia enorm geslonken, met de komst van achtereenvolgens giro, pin en internetbankieren. De laatste jaren buitelen de private betaalinnovaties over elkaar heen. Betalen met door De Nederlandsche Bank geslagen munten en gedrukte biljetten is op steeds minder plekken mogelijk.
Toen het Amerikaanse facebook in 2019 zijn eigen munt, de libra, aankondigde was voor de Europese centrale bankiers de maat vol. Sindsdien is door de ECB hard gewerkt aan een digitale euro. Eind 2023 zal het besluit vallen of de digitale euro er komt en hoe die er uit gaat zien. Hoe de digitale euro eruit komt te zien zal bepalend zijn voor de impact die deze heeft op de samenleving. De digitale euro kan zowel grote voordelen brengen als rampspoed.
In haar brief aan de Kamer erkent Minister Kaag het grote belang van een publieke munt in een snel veranderend geldsysteem dat steeds meer wordt gedomineerd door private ondernemingen. Een publiek anker is en blijft nodig. Kaag benadrukt ook de noodzaak van een back-up voor het betalingsverkeer in het geval van een internet of elektriciteitsstoring. Vanuit het Sustainable Finance Lab, DNB en de WRR is ook gewezen op de voordelen voor de financiële stabiliteit van een digitale euro. De systeemrelevantie van banken neemt af als er bij hun faillissement andere manieren zijn om het spaargeld veilig te houden en betalingen door te laten gaan. Daardoor verdwijnt de belastingbetaler als achtervang voor de banken.
Dat is echter ook meteen het gevaar van de digitale euro. Want zal deze de rol van banken niet te zeer ondergraven? De minister blijkt hier gevoelig voor. Net als de ECB, die naast hoeder van de euro, de monetaire taak, als toezichthouder ook verantwoordelijk is voor de stabiliteit van de banken. Kaag stelt dat de digitale euro daarom ook weer niet ‘te succesvol’ mag zijn. De Europese banken hebben het al moeilijk nu ze worden uitgedaagd door nieuwe fintech- en big tech spelers. De ECB stelt daarom voor grenzen te stellen aan het gebruik van de digitale euro. Zo zou elke Europeaan er maar drie tot vier duizend tegelijk mogen bezitten.
Het gevaar is daarmee dat de digitale euro te bescheiden wordt vormgegeven en daarmee zijn doel voorbijschiet, simpelweg omdat niemand deze gaat gebruiken. Maar wellicht belangrijker: het is niet realistisch te denken dat deze beperkingen standhouden bij een financiële crisis. Als banken op instorten staan zal de politieke druk enorm zijn om deze grenzen te verruimen. Dat is dan echter wel het slechtste moment om dat te doen, omdat geen bank dan een uitstroom van spaargeld kan overleven.
Beter is het daarom om de invoering van de digitale euro geleidelijk te doen, maar wel met een volwaardige munt als doel. Dat geeft banken de mogelijkheid zich aan te passen, door nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen en door met hogere buffers de kwetsbaarheid te verminderen. Kaag erkent ook deze disciplinerende functie van de digitale euro, waardoor banken ‘weerbaarder, innovatiever en klantgerichter’ worden.
Tot slot het onderwerp dat de Europeanen tijdens de ECB-consultatie over de digitale euro met stip op een hebben gezet: de privacy. Geld en betalingen raken aan heel ons leven en zijn daardoor bijzonder kwetsbaar voor datalekken en misbruik van gegevens. Dat verklaart ook de ophef die ontstond toen de ECB bekend maakte met de Amerikaanse gigant Amazon samen te werken aan de techniek achter de digitale euro. Net zo zijn wij kritisch op een te grote afhankelijkheid van private financiële instellingen, ook als deze Europees zijn. Door de commerciële banken poortwachters te maken, zoals nu beoogd, neemt hun systeemrelevantie niet af. Maar je biedt de Europeanen ook niet de mogelijkheid om hun financiële gegevens desgewenst te onttrekken aan elk commercieel motief. Terwijl dat wel een breed levende wens is.
Door het mislukken van facebooks libra lijkt het gevoel van urgentie weggesijpeld. Ten onrechte. Zie China waar de integratie van betaaldiensten en apps al volledig is gerealiseerd. Een dergelijk schaduw financieel systeem, dat banken verdringt, vereist zeker een publiek anker. Kortom: met de huidige insteek dreigt een digitale euro als een nachtvlam uit te gaan, en ontbreekt een zo’n broodnodig publieke anker. Zet daarom meteen in op een echte digitale euro.
Dit opinieartikel is geschreven door prof. dr. Arnoud Boot en prof. dr. Seraina Grünewald.