Nieuwe publicatie: het IMF en klimaatinvesteringen in ontwikkelingslanden


Jaarlijks is duizend miljard dollar extra nodig voor investeringen in klimaatmitigatie in ontwikkelingslanden. In hun nieuwe publicatie ‘Leaving no country behind’ verkent het Sustainable Finance Lab (SFL) een veelbelovende route: het vergroten van goedkope en langlopende leningen via de Resilience and Sustainability Trust van het IMF. Dit kan worden gedaan met de Special Drawing Rights die momenteel ongebruikt op de balansen van de centrale banken van hoge-inkomenslanden staan.

Het behoud van een stabiel klimaat is een mondiaal publiek goed. Om dat te behouden zullen de investeringen in klimaatmitigatie snel moeten opschalen. Hoewel dit wereldwijd moet gebeuren, is het tekort aan klimaatinvesteringen het grootst in ontwikkelingslanden. Veel lage-inkomenslanden kampen echter met hoge schulden en hebben te maken met een uitdagend economisch klimaat. Inkomensoverdrachten uit hoge-inkomenslanden stagneren. Hetzelfde geldt voor private geldstromen. Zo dreigen de wereldwijde schulden- en inflatiecrisis gevaarlijke klimaatverandering onontkoombaar te maken.

Een mogelijke uitkomst biedt de uitgifte van Special Drawing Rights (SDR’s) van het IMF en het gebruik van de IMF Resilience and Sustainability Trust (RST), die wordt gefinancierd met SDR’s van hoge-inkomenslanden.

SFL-lid Irene van Staveren, hoogleraar pluralistische ontwikkelingseconomie aan het Institute of Social Studies van de Erasmus Universiteit Rotterdam:

“De kosten van klimaatverandering zijn veel hoger dan de kosten van het beperken ervan. Terwijl de VS en Europa ongeveer 10% van de wereldbevolking uitmaken, zijn ze verantwoordelijk voor bijna 50% van alle historische emissies. Hoge-inkomenslanden moeten ontwikkelingslanden in staat stellen de nodige investeringen te doen. Dat is niet louter een kwestie van economisch belang, maar ook een morele verplichting.”

SFL-covoorzitter Dirk Schoenmaker, hoogleraar Banking and Finance aan Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit:

“Met het huidige beleid gaan we de klimaatfinancieringskloof niet snel genoeg dichten. Hoewel private financiering hard nodig is, is de afgelopen tien jaar geen significante groei geweest in de toestroom daarvan naar ontwikkelingslanden. De publiek-private investeringen (blended finance) daalde zelfs in de ontwikkelingslanden van 150 miljard in 2012 tot minder dan 100 miljard dollar in 2019. In de meeste ontwikkelingslanden is overheidsfinanciering nog steeds de belangrijkste bron van klimaatfinanciering. We kunnen niet verwachten dat dit snel drastisch zal veranderen. We moeten daarom nadenken over manieren om de publieke middelen die beschikbaar zijn voor klimaatinvesteringen in ontwikkelingslanden snel op te schalen.”

SFL-directeur Rens van Tilburg:

“Om de klimaatfinancieringskloof in ontwikkelingslanden snel te dichten, moeten we accepteren dat publieke investeringen de komende jaren een belangrijke rol gaan spelen. Er zijn 600 miljard dollar aan SDR’s gecreëerd, waarvan 250 miljard dollar direct naar lage- en middeninkomenslanden ging. Landen met een hoog inkomen moeten snel hun belofte nakomen om 100 miljard dollar aan SDR’s door te sluizen naar ontwikkelingslanden. En dan staat er nog eens 300 miljard dollar aan SDR’s op de balans van centrale banken in hoge-inkomenslanden en China. Ook die moeten worden toegezegd aan lage-inkomenslanden. De klimaatinvesteringskloof zou tenslotte elke drie jaar moeten worden geëvalueerd en indien nodig extra SDR’s uitgegeven om deze te dichten.”

De hele publicatie is hieronder en via deze link te downloaden.